11 november 2010

Winterstilte

Sinds ik op 21 maart 2009 - het begin van de lente - het eerste berichtje op dit weblog plaatste, zijn er meer dan honderd gevolgd. De bodem en grond van deze Garden of Silence zijn vruchtbaar geworden door de vele prachtige teksten en beelden uit met name de Oosterse wijsheidsliteratuur. Ik verwacht dat de grond van deze Garden of Silence nu vruchtbaar genoeg is om teksten te laten ontstaan die ik zelf zal schrijven: gedichten, anecdotes en korte verhalen. Wat deze teksten met elkaar zal verbinden, is dat zij ontstaan vanuit de Stilte en ermee verbonden zijn.

De Garden of Silence is nu winterklaar gemaakt. In het komende voorjaar zullen - naar verwachting - de eerste bloemen van mijn eigen hand erin gaan verschijnen. Tot dan toe zal de tuin in winterstilte rusten.

In de afgelopen weken heb ik drie berichten geplaatst over de stadsmonnik. Zij typeren mij als stadsmonnik, mijn leven en mijn bijdrage aan mijn omgeving. Meer heb ik op dit moment eigenlijk niet te zeggen. Tot aan de komende lente kunt u ze hieronder herlezen:

De stadsmonnik

Sinds ik in oktober 2009 met vervroegd pensioen ben gegaan, glijden de dagen zachtjes voorbij. Zij rijgen zich aaneen in onvoorziene vormen. De oude patronen van een werkende man, een pensioenadviseur, een boekenschrijver, een spirituele zoeker, een zanger vervagen gaandeweg. Voor mij ligt het witte sneeuwlandschap. Mijn achterliggende voetstappen worden opgevuld door de gestaag neerdwarrelende sneeuwvlokken. Wat overblijft is dit moment. Van moment tot moment.

De Japanse term voor monnik is “unsui”. Dat betekent letterlijk “water en wolk”. De zenleraar Niko Tydeman legde de symbolische betekenis ervan eens zo uit: “Zoals water vrijelijk stroomt en zichzelf nergens een dam opwerpt, zoals wolken ongehinderd voortdrijven en zichzelf nooit in de lucht vastzetten, zo beoefent een zenmonnik een leven van onthechting, zonder zichzelf te binden, zonder vaste grond, zonder zich in de geest te vestigen”.

Het leven van de stadsmonnik

De Amerikaan Adyashanti (1962) is één van de weinige advaita-leraren die ook spreekt over de situatie nadat je een glimp hebt opgevangen van wie je werkelijk bent. In zijn boek Het einde van je wereld zegt hij daarover:

“Het rijpen van de bewustwording is een heel grondige terugkeer tot onze essentie, tot de eenvoud die we zijn. Onze mind fixeert zich niet langer op welke ervaring dan ook. De neiging tot fixeren is bevrijd. Bewustzijn gaat niet opnieuw over tot identificatie met wat dan ook.
De reis naar bewust zijn is niet slechts de reis van het wakker worden, bevrijd zijn van het (kleine) zelf, en beseffen dat het leven zoals we dat kenden een droom was. Het is ook opnieuw het leven ingaan, weer afdalen van de bergtop als het ware. Verrassend genoeg wordt het leven bij terugkomst heel eenvoudig en gewoon.

We voelen ons niet meer genoodzaakt buitengewone momenten te ervaren. ’s Morgens aan tafel zitten en een kop thee drinken voldoet uitstekend. Theedrinken wordt ervaren als een volmaakte uitdrukking van de uiteindelijke werkelijkheid.

Verlichting gaat over in het gewone. We gaan ons realiseren dat het gewone buitengewoon is. Er is geen noodzaak van een ander, beter moment. Wanneer we dit moment zien zoals het werkelijk is, zien we iets buitengewoons. We voelen geen noodzaak meer om van dit moment iets anders te maken dan het is, omdat het al bijzonder is.”

De bijdrage van de stadsmonnik

Wat is de bijdrage van de stadsmonnik aan zijn omgeving? De Amerikaanse advaita-leraar Adyashanti (1962) zegt daarover in Het einde van je wereld:

“Wanneer we elk moment zien zoals het werkelijk is, zien we iets buitengewoons. We voelen geen noodzaak meer om van dit moment iets anders te maken dan het is, omdat het al bijzonder is. Wanneer we dit zien, hebben we de verdeeldheid in onszelf geheeld.

Onze grootste bijdrage aan de mensheid is onze bewustwording. Wij verlaten de bewustzijnstoestand waarin het merendeel van de mensen zich bevindt en ontdekken wie we werkelijk zijn, wie iedereen werkelijk is. Wanneer we dit doen komen we terug als een geschenk, als een pasgeborene. We zijn in zekere zin herboren.
Ieder van ons die tot de natuurlijke, eenvoudige, onverdeelde staat van zijn komt, levert een bijdrage aan alle levende wezens – zonder te proberen, zonder het als zijn verdienste te beschouwen, zonder het zelfs te weten. Deze eenvoudige, natuurlijke staat van zijn is niet beter of hoger dan iets of iemand anders. Het is slechts de natuurlijke staat van zijn. Het kan alleen ervaren worden wanneer we alleen maar zijn, op een bewuste manier.”

Ik ben

Onlangs verscheen bij uitgeverij Juwelenschip De Nisargadatta Gita. Het boekje bevat korte citaten van Nisargadatta die van een kort commentaar worden voorzien door Pradeep Apte. De Nederlandse vertaling is van Wybe van der Kemp. De Nisargadatta Gita is geheel gewijd aan de beleving van ‘Ik ben’ en bevat in een notendop de essentie van het onderricht van Nisargadatta. Één van de citaten luidt:

Blijf ‘ik ben’ ervaren zonder woorden,
wees het en wijk er niet van af,
dan zal het verdwijnen.

Pradeep Apte schreef hierbij als commentaar: “De beleving ‘ik ben’ waarnaar je steeds moet terugkeren, is het allereerste dat in je is verschenen. Dat was toen je twee, drie jaar oud was. Hierdoor werd je je bewust dat je er bent. Op dat moment wist je nog niets van woorden of taal. Dat gevoel er te zijn was non-verbaal. Je zult je eraan moeten wijden om die staat weer te pakken te krijgen; je hebt in die staat geleefd, het was de periode waarin ‘ik ben’ ontstond totdat je met woorden leerde communiceren. Keer terug naar die staat en wijk er niet meer vanaf - je moet die staat herleven, slechts dan zul je het doorzien en zal het verdwijnen.”

Scheid consequent en onophoudelijk
‘ik ben’ van ‘dit’ of ‘dat’,
beperk je slechts tot het gevoel ‘ik ben’.

27 oktober 2010

De Japanse stadsmonnik

Wanneer je door de straten van Tokyo loopt, kun je een Japanse stadsmonnik tegenkomen. Hij wordt komuso genoemd. De komuso draagt een grote mand (tengai) over zijn hoofd om zijn onthechting van de wereld te symboliseren. Komuso’s worden ook wel de ‘monniken van de leegte’ genoemd. In het oude Japan waren zij rondtrekkende bedelmonniken. Zij behoorden tot de Fuke sekte van het Zen boeddhisme. Het geluid van hun shakuhachi (bamboefluit) galmt nog steeds door de straten:

24 oktober 2010

Blue vast sky


Een vriendin stuurde mij voor mijn verjaardag dit mooie gedicht van de Indiase spirituele leraar Sri Chinmoy:

You do not have to fly
to the blue-vast sky.
The blue-vast sky will
enter into you
if you turn your mind
into a silence-home.


Sri Chinmoy (1931 - 2007)

18 oktober 2010

Planting seeds in the garden

"When you plant seeds in the garden, you don't dig them up every day to see if they have sprouted yet. You simply water them and clear away the weeds; you know that the seeds will grow in time. Similarly, just do your daily practice and cultivate a kind heart. Abandon impatience and instead be content creating the causes for goodness; the results will come when they're ready."

Tibetan Buddhist nun and author Bhikshuni Thubten Chodron (zie foto)

27 september 2010

I am

Aan het slot van zijn boek Het einde van je wereld, staat een lang interview met Adyashanti (1962 – zie foto). De interviewer stelt Adyashanti onder andere deze vraag: “Je stelde voor dat we onszelf de vraag stellen: ‘Wat weet ik zeker?’ Ik zou deze vraag aan jou willen stellen. Is er iets dat je zeker weet?”

Adyashanti antwoordt: “Alleen dat ik ben; dat is alles. Only that I am. Ik weet dus maar één ding. Daarom ben ik in veel opzichten de domste mens op aarde. Letterlijk. Al het andere is wat mij betreft in een staat van beweging en onzekerheid. Over al het andere dromen we slechts dat we het weten. Ik weet niet wat er zou moeten gebeuren. Ik weet niet of we evolueren of terugvallen; ik weet daar niets van.

Maar de kwestie is, ik weet dat ik het niet weet. En in tegenstelling tot wat je zou denken, heeft die wetenschap me niet krachteloos gemaakt. Ik ben niet in een grot in de Himalaya of alleen maar op de bank gaan zitten en heb gezegd: ‘Afijn, er is voor mij niets te doen, want ik weet niets.’

Integendeel – het leven heeft een rol te spelen via mij, en daarom speel ik die rol. Ik ben één met de rol die het leven via mij speelt. De rol verandert voortdurend, elk moment, maar daar ben ik juist één mee. Ik twist niet langer met het leven – het mag zijn rol spelen via mij, en nu mag het zijn rol spelen met instemming, in plaats van met ruzie. En het lijkt wel alsof de rol die het leven via ons speelt heel bevredigend is wanneer we in de hoogste staat van overeenstemming zijn. Die rol is letterlijk alles wat we ooit wensten, ook al lijkt het op niets wat we ooit wensten.”

10 september 2010

De praktijk van zelfonderzoek

In zijn boek De leringen van Sri Ramana Maharshi (1985) geeft David Godman de nu volgende beschrijving van de praktijk van het zelfonderzoek.

“ Sri Ramana ried beginnelingen in zelf-onderzoek aan om hun aandacht te vestigen op het innerlijke gevoel van ‘ik’ en om dat gevoel zo lang mogelijk vast te houden. Hij zei hun dat als hun aandacht afgeleid werd door andere gedachten, zij terug moesten keren naar die bewuste ‘ik’-gedachte telkens wanneer hun aandacht afdwaalde. Hij raadde verscheidene hulpmiddelen aan in dit proces – je kunt jezelf afvragen: ‘Wie ben ik?’ of “Waar komt dat ik vandaan?’ – maar het uiteindelijk doel is om je voortdurend bewust te zijn van dat ‘ik’ dat verondersteld wordt verantwoordelijk te zijn voor alle activiteiten van het lichaam en de geest.

In de eerste stadia van de praktijk is de aandacht op het ‘ik’-gevoel nog een geestelijke activiteit die de vorm van een gedachte of waarneming aanneemt. Naarmate de praktijk van zelf-onderzoek zich ontwikkelt, gaat de gedachte ‘ik’ over naar een subjectief ervaren gevoel van ‘ik’. Als dit gevoel ophoudt zich te verbinden en te identificeren met gedachten en voorwerpen verdwijnt het volkomen. Wat overblijft, is een ervaring van zijn waarbij het gevoel van individualiteit tijdelijk heeft opgehouden te opereren.

De ervaring kan zich aanvankelijk met tussenpozen voordoen maar na herhaalde oefening wordt het alsmaar makkelijker om te bereiken en vast te houden. Als zelf-onderzoek dit niveau bereikt heeft, ontstaat er een moeiteloze gewaarwording van zijn waarbij geen sprake meer is van persoonlijke inspanning aangezien het ‘ik’ dat die inspanning verricht tijdelijk heeft opgehouden te bestaan. Het is geen Zelf-realisatie aangezien de ‘ik’-gedachte met tussenpozen weer de kop opsteekt, maar het is wel de hoogste vorm van praktijk van zelf-onderzoek. Een herhaalde ervaring van deze staat van zijn verzwakt en vernietigt op den duur de vasana’s (geestelijke neigingen) die er de oorzaak van zijn dat de ‘ik’-gedachte naar boven komt. Als de greep van die vasana’s voldoende verzwakt is, vernietigt de kracht van het Zelf de overgebleven neigingen zo volslagen dat de ‘ik’-gedachte nooit meer boven komt. Dit is de uiteindelijke en onomkeerbare staat van Zelf-realisatie”.

9 september 2010

Zelfonderzoek

Sri Ramana Maharshi (1879 – 1950) benadrukte keer op keer het belang van zelfonderzoek. Door voortdurend je aandacht te richten op de innerlijke beleving van ‘ik ben’, kun je ervoor zorgen dat de mind zich niet langer vastklampt aan allerlei gedachten en emoties, maar daarvoor in de plaats direct en standvastig in Het Zelf kan verblijven.

In een interview in het in 2008 door Premananda geschreven boek Arunachala Shiva, vertelt David Godman dat Sri Ramana een geliefde vergelijking gebruikte om de essentie van dit zelfonderzoek uit te leggen.

“Imagine that you have a bull, and that you keep it in a stable. If you leave the door open, the bull will wander out, looking for food. It may find food, but a lot of time it will get into trouble by grazing in cultivated fields. The owners of these fields will beat it with sticks and throw stones at it to chase it away, but it will come back again and again, and suffer repeatedly, because it doesn’t understand the notion of field boundaries. It is just programmed to look for food and to eat it wherever it finds something edible.

The bull is the mind, the stable is the Heart (or the Self) where it arises and to where it returns, and the grazing fields represent the mind’s painful addiction to seeking pleasure in outside objects. Sri Ramana Maharshi said that the most mind-control techniques forcibly restrain the bull to stop it moving around, but they don’t do anything about the bull’s fundamental desire to wander and to get itself into trouble.
Sri Ramana Maharshi likened Self-enquiry to holding a bunch of fresh grass under the bull’s nose. As the bull approaches, you move away in the direction of the stable door and the bull follows you. You lead it back into the stable, and it voluntary follows you because it wants the pleasure of eating the grass that you are holding in front of you. Once it is inside the stable, you allow it to eat the abundant grass that is always stored there. The door of the stable is always left open, and the bull is free to leave and to roam about at any time. There is no punishment or restraint. The bull will go out repeatedly because it is the nature of such animals to wander in search of food. And each time it goes out, it will be punished for straying into forbidden areas. Every time you notice that your bull has wandered out, tempt it back into its stable with the same technique.

Sooner or later even the dimmest of bulls will understand that since there is a perpetual supply of tasty food in the stable, there is no point wandering around outside, because that always leads to suffering and punishment. Even though the stable door is always open, the bull will eventually stay inside and enjoy the food that is always there.

This is Self-enquiry. Whenever you find the mind wandering around in external objects and sense perceptions, take it back to its stable, which is the Heart, the source from which it arises and to which it returns. In that place it can enjoy the peace and bliss of the Self. When it wanders outside, looking for pleasure and happiness, it just gets into trouble, but when it stays at home in the Heart, it enjoys peace and silence. Eventually, even though the stable door is always open, the mind will choose to stay at home and not to wander about.”

8 september 2010

Sat-chit-ananda

De kern van het gedachtengoed van Sri Ramana Maharshi is dat er slechts één werkelijkheid is die rechtstreeks door iedereen wordt ervaren. Deze ene, ondeelbare werkelijkheid is tegelijkertijd de bron en de ware natuur van alles wat bestaat. Ramana Maharshi gebruikte hiervoor meestal de benaming Het Zelf.

In zijn in 1985 geschreven boek De leringen van Ramana Maharshi noemt David Godman nog een aantal andere benamingen die Ramana Maharshi hanteerde. Één daarvan is de oude Sanskriet benaming: Sat-chit-ananda. Deze drie Sanskriet woorden betekenen letterlijk: zijn – bewustzijn – gelukzaligheid. Volgens Godman kun je deze benaming het beste vertalen met: “de gelukzaligheid van het je bewust zijn van het zijn”. Er is enkel en alleen nog maar het zijn; daarvan ben je je bewust en dat geeft je een gelukzalig gevoel.

Godman woont al jaren lang in de Ramanashram in Tiruvannamalai. Daar houdt hij zich onder andere bezig met het uitgeven van de teksten van Ramana Maharshi. Godman schrijft: “Sri Ramana leerde dat het het Zelf het zuivere zijn is, een subjectieve ervaring van ‘ik ben’ die verstoken is van het gevoel ‘ik ben dit’ of ‘ik ben dat’. Er zijn geen objecten in het Zelf, er is slechts een besef van zijn. Omdat dit besef bewust is, staat het ook bekend als bewustzijn. De directe ervaring van dit bewustzijn is, volgens Sri Ramana Maharshi, een toestand van ononderbroken geluksgevoel en dus wordt hier ook wel de term ananda of gelukzaligheid voor gebruikt om dit te beschrijven. Deze drie aspecten: zijn, bewustzijn, en gelukzaligheid, worden als een bij elkaar horend geheel ervaren en niet als afzonderlijke eigenschappen van het Zelf. Zij zijn onscheidbaar op dezelfde wijze als vochtigheid, doorzichtigheid en vloeibaarheid onscheidbare eigenschappen van water zijn”.

In de hindoefilosofie wordt de term sat-chit-ananda gebruikt om de kenmerken van Brahman te beschrijven. Brahman is de oorsprong van waaruit al het bestaande zich ontvouwt en waarin al het bestaande ook weer oplost. De gerealiseerde yogi ervaart de werkelijkheid enkel en alleen nog als een bewust zijn. De Indiase advaita-leraar Nisargadatta (1897-1981) kwam tot zijn inzicht in de werkelijkheid door - op advies van zijn leraar - enkele jaren achtereen zijn aandacht uitsluitend te houden bij “Ik ben”.

3 september 2010

De bijdrage van de stadsmonnik

Wat is de bijdrage van de stadsmonnik aan zijn omgeving? De Amerikaanse advaita-leraar Adyashanti (1962) zegt daarover in Het einde van je wereld:

“Wanneer we elk moment zien zoals het werkelijk is, zien we iets buitengewoons. We voelen geen noodzaak meer om van dit moment iets anders te maken dan het is, omdat het al bijzonder is. Wanneer we dit zien, hebben we de verdeeldheid in onszelf geheeld.

Onze grootste bijdrage aan de mensheid is onze bewustwording. Wij verlaten de bewustzijnstoestand waarin het merendeel van de mensen zich bevindt en ontdekken wie we werkelijk zijn, wie iedereen werkelijk is. Wanneer we dit doen komen we terug als een geschenk, als een pasgeborene. We zijn in zekere zin herboren.

Ieder van ons die tot de natuurlijke, eenvoudige, onverdeelde staat van zijn komt, levert een bijdrage aan alle levende wezens – zonder te proberen, zonder het als zijn verdienste te beschouwen, zonder het zelfs te weten. Deze eenvoudige, natuurlijke staat van zijn is niet beter of hoger dan iets of iemand anders. Het is slechts de natuurlijke staat van zijn. Het kan alleen ervaren worden wanneer we alleen maar zijn, op een bewuste manier.”

2 september 2010

Het leven van de stadsmonnik

De Amerikaan Adyashanti (1962) is één van de weinige advaita-leraren die ook spreekt over de situatie nadat je een glimp hebt opgevangen van wie je werkelijk bent. In zijn boek Het einde van je wereld zegt hij daarover:

“Het rijpen van de bewustwording is een heel grondige terugkeer tot onze essentie, tot de eenvoud die we zijn. Onze mind fixeert zich niet langer op welke ervaring dan ook. De neiging tot fixeren is bevrijd. Bewustzijn gaat niet opnieuw over tot identificatie met wat dan ook.

De reis naar bewust zijn is niet slechts de reis van het wakker worden, bevrijd zijn van het (kleine) zelf, en beseffen dat het leven zoals we dat kenden een droom was. Het is ook opnieuw het leven ingaan, weer afdalen van de bergtop als het ware. Verrassend genoeg wordt het leven bij terugkomst heel eenvoudig en gewoon.

We voelen ons niet meer genoodzaakt buitengewone momenten te ervaren. ’s Morgens aan tafel zitten en een kop thee drinken voldoet uitstekend. Theedrinken wordt ervaren als een volmaakte uitdrukking van de uiteindelijke werkelijkheid.

Verlichting gaat over in het gewone. We gaan ons realiseren dat het gewone buitengewoon is. Er is geen noodzaak van een ander, beter moment. Wanneer we dit moment zien zoals het werkelijk is, zien we iets buitengewoons. We voelen geen noodzaak meer om van dit moment iets anders te maken dan het is, omdat het al bijzonder is.”

18 augustus 2010

De stadsmonnik

Sinds ik in oktober 2009 met vervroegd pensioen ben gegaan, glijden de dagen zachtjes voorbij. Zij rijgen zich aaneen in onvoorziene vormen. De oude patronen van een werkende man, een pensioenadviseur, een boekenschrijver, een spirituele zoeker, een zanger vervagen gaandeweg. Voor mij ligt het witte sneeuwlandschap. Mijn achterliggende voetstappen worden opgevuld door de gestaag neerdwarrelende sneeuwvlokken. Wat overblijft is dit moment. Van moment tot moment.

De Japanse term voor monnik is 'unsui'. Dat betekent letterlijk 'water en wolk'. De zenleraar Niko Tydeman legde de symbolische betekenis ervan eens zo uit: “Zoals water vrijelijk stroomt en zichzelf nergens een dam opwerpt, zoals wolken ongehinderd voortdrijven en zichzelf nooit in de lucht vastzetten, zo beoefent een zenmonnik een leven van onthechting, zonder zichzelf te binden, zonder vaste grond, zonder zich in de geest te vestigen”.

11 augustus 2010

Converseren

Van de week heb ik in dit weblog een statement geplaatst van Adyashanti. Daarin benadrukt hij het belang om je eigen gedachten niet langer te geloven. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, zeker in het contact met andere mensen. In gesprekken met andere mensen vliegen de gedachtenconstructies over en weer en voor je het weet ga je er helemaal in op. Zoals altijd, heeft Eckhart Tolle (zie foto) hiervoor een praktische tip.

Een leerlinge vroeg hem eens: "How do I maintain a sense of presence when I’m in the company of another person? How do I bring presence into conversation?" Eckhart Tolle gaf het volgende antwoord:

"It’s not easy. The moment you start talking, the two minds come together and so they strengthen each other. A flow starts, a stream of thought. A moment ago you were present, and then somebody starts talking. What applies here is the loss of space during the conversation. Both participants of the conversation have lost any sense of space. There are only the words, the mind, the verbalization, the stream of thinking that becomes sounds. They are taken over by that. It has its own momentum – almost a little entity, a stream, that doesn’t want to end.

Often, it generates emotions in the body. That strengthens it, amplifies it. If the mental stream triggers emotions, which it often does, especially when talking about other people, what they did, failed to do, did to you, did to others, criticisms, gossip, all kinds of emotional things, the ego comes in. When you can criticize another, the ego feels a little bit stronger. By diminishing another, in the delusional system of the ego, you have enhanced your own self-image a little bit. Any criticism of another, is a part of that energy stream. And then emotions come, and they amplify the thoughts. It’s the loss of space.

For you to regain space, without saying “I’m not talking anymore”, one thing is necessary for you – which is the realization that you’ve lost space. Without that, there’s nothing you can do – when you’re so taken over by a stream of thought, that you don’t even know you’ve been taken over by a stream of thought – there’s nothing you can do. “Forgive them, for they know not what they do”. They are unconscious. They are the stream of thought. And as the stream of thought, you don’t want it to end – because you don’t want your own end. Every entity wants to remain in form for as long as possible.

If there’s the slightest realization that you’ve lost space, at that moment you have a choice. What is your choice? Your choice is to bring some presence, some space, into the stream of thought. But how do you do that?

It’s coming at you not only from within your own mind, but it’s coming at you from the other person too. The awareness is there, and it may only last three seconds, and then it’s gone again. So you have to use those two or three seconds, where you realize the loss of space, and do something in that space where you have some freedom to act. By a conscious choice, you take your attention out of thinking – but you have to anchor it somewhere else, otherwise it won’t work. So you choose your breath, or your body, or some other sense perception around you that you become aware of. When you are actually talking to another person, it’s probably easiest to either use your breath or your inner body.

Practice this beforehand, when conditions are easier, so that you can do it once it’s necessary. Go into your inner body, feel that your energy field is alive. And you’ll notice, you’re not thinking anymore. You can still listen. The amazing thing is that you can listen to another person, without thinking, easily, beautifully.

You are listening, but part of your attention is on your inner energy field – so you’ve taken attention away from your thoughts. There is a sense of aliveness in the background. It’s ultimately formless; it’s already the doorway into the formless. Feel that while you sit there and listen, and you’ve stepped out of the stream of thinking. Then, the quality of the interaction immediately changes. The other person may not consciously notice what’s happening, and may carry on for a while. It also does not mean that you cannot respond anymore. But how you respond and the quality of your response changes, too. You are no longer contributing to the negative nature, which is often the case, in conversations.

A certain amount of stillness, then, will also be a part of the words that you speak. It’s so subtle that the other person probably will not notice it, consciously. So hang on to the inner body, let it be the anchor, and then you become present. If you lose it again, if the other person says something challenging, then after a little while you remember – and you go back into the inner body. That’s a powerful anchor, and then everything changes from there. It takes continuous practice."

10 augustus 2010

Great Space


There is a great space
in which this moment takes place.
There is a great silence
that is listening to the thoughts.


Adyashanti (1962 - zie foto)

7 augustus 2010

Don't believe your thoughts

In zijn lezingencyclus The End of Your World geeft de Amerikaanse satsangleraar Adyashanti (1962 - zie foto) het belang aan om je eigen gedachten niet te geloven. Natuurlijk, we hebben voortdurend allerlei gedachten en opinies, maar het komt erop aan ze niet langer te geloven.

“The evidence that thoughts use for their justification, is all in the mind. All the evidence of the mind is in the mind. It does not come from outside the mind. It is a close loop. The mind is thinking; it is believing what it thinks; and so it is finding a justification for its belief in more thinking.

Thought is in itself powerless. It is only powerful when we believe the thought. It is quite a mind scattering realization that our thoughts hold no reality. It is just not the thought we do not want to have, that holds no reality. It is not just the painful thought that holds no reality. It is also that all the thoughts we want to believe, hold no reality too.

Without believing in thoughts, without continually constructing the sense of a self center, we are actually in harmony with life as it is. Enlightenment is really nothing more than no longer believing your thinking. When you no longer believe the next thought you have, when your reality is not driven by a next thought, you are free. It is as easy as that. So in any instant when you are not believing any of your thinking, you are free, you are liberated. But in the next moment, you may or may not be liberated if you choose to believe the next judging thought, the next condemning thought, the next fearful thought. You won’t feel free any more.”

5 augustus 2010

Free and Easy

Happiness cannot be found
through great effort and willpower,
but is already present,
in open relaxation and letting go.

Don't strain yourself,
there is nothing to do or undo.
Whatever momentarily arises in the body-mind
has no real importance at all,
has little reality whatsoever.
Why identify with, and become attached to it,
passing judgment upon it and ourselves?

Far better to simply let the entire game happen on its own,
springing up and falling back like waves,
without changing or manipulating anything,
and notice how everything vanishes and reappears, magically,
again and again, time without end.

Only our searching for happiness
prevents us from seeing it.
It's like a vivid rainbow which you pursue
without ever catching,
or a dog chasing its own tail.

Although peace and happiness
do not exist as an actual thing or place,
it is allways available
and accompanies you every instant.

Don't believe in the reality of good and bad experiences;
they are like today's ephemeral weather, like rainbows in the sky.
Wanting to grasp the ungraspable, you exhaust yourself in vain.
As soon as you open and relax this tight fist of grasping,
infinite space is there - open, inviting and comfortable.

Make use of this spaciousness, this freedom and natural ease.
Don't search any further. Don’t go into the tangled jungle
looking for the great awakened elephant,
who is already resting quietly at home
in front of your own hearth.

Nothing to do or undo,
nothing to force,
nothing to want,
and nothing missing….

Emaho! Marvelous!
Everything happens by itself.

Lama Gendun Rinpoche (1918 - zie foto)

30 juli 2010

Look to this day ...

Veel mensen denken dat Eckhart Tolle de bedenker is van het “in het hier en nu” leven. Maar het gedachtengoed in zijn bestseller The Power of Now heeft een lange voorgeschiedenis, vooral in de Aziatische wijsheidsliteratuur. Zo schreef de Indiase dichter en toneelschrijver Kalidasa (zie tekening) onderstaand gedicht. Kalidasa leefde rond de 6-e eeuw en wordt als een van de grootste Sanskriet-dichters beschouwd.

Look to this day!
For it is Life, the very Life of Life.
In its brief course lie all
the verities and realities of your existence:
the bliss of growth;
the glory of action;
the splendor of beauty.
For yesterday is but a dream,
and tomorrow is only a vision.
But today, well lived, makes every yesterday
a dream of happiness,
and every tomorrow a vision of hope.
Look well, therefore, to this day!

15 juli 2010

Self-enquiry

Binnen de Advaita Vedanta is Sri Ramana Maharshi (1879 – 1950) een van de weinigen die het belang van zelfonderzoek benadrukte. Volgens hem is Self-enquiry de meest directe route naar Self-realisation. Ramana omschreef Self-enquiry eens als volgt:

Self-enquiry

As each thought arises, one must be watchful
and ask to whom is this thought occurring.
The answer will be to “me”.
If you enquire ‘Who am I?’ the mind will return
to the source from whence it is issued.
The thought which arose, will also submerge.

10 juli 2010

Who are you?

In 2008 publiceerde de Engelse satsang-leraar Premananda Blue Prints of Awakening. Het is een verslag van 16 interviews met hedendaagse Indiase Advaita leraren. Hij stelde hen allemaal dezelfde vragen, ontleend aan de teachings van Ramana Maharshi. Een van de geïnterviewden is Kiran (1941 – 2006). Kiranji (zie foto) studeerde filosofie in Thane en werd in 1967 leerling van Osho. Nadat deze in 1981 naar Amerika vertrok, ging Kiran vooral in de leer bij U.G. Krishnamurti. Sinds 1993 gaf hij zelf satsangs. Premananda begint elk interview met deze vraag: “Sri Ramana Maharshi proposed the fundamental question ‘Who am I?’ Who are you?”

Kiranji antwoordde: “The right answer is silence. There is no answer to this question. The answer that you get to this question most of the time is from the knowledge that you have about yourself. Then you reach that point when this knowledge about yourself ceases and knowing dawns upon you; there is no word which can express who you are. There is just silence. You are that silence. You are that nothingness. There are a lot of labels that you have coined from your language, your profession, your acquaintances, your relations, all the conditioning that you have, but these are not the right answer. Your question is ‘Who am I?’ I would say that the I dissolved and that there is nobody there. There is nobody. There is no I. There is nobody there. That is my answer.”

7 juli 2010

De Stilte draagt de muziek

In 2007 ontving de Belgische musicus Sigiswald Kuijken (1944) een eredoctoraat van de Universiteit van Leuven. Sigiswald is oprichter en dirigent van het barokorkest ‘La Petite Bande’ en van het ‘Kuijken – strijkkwartet’. Beiden behoren tot de wereldtop in de klassieke muziek. Hij heeft grote belangstelling voor spiritualiteit en beoefent zenmeditatie. In zijn dankwoord bij zijn eredoctoraat sprak Kuijken onder andere de volgende woorden:

“De Stilte draagt de muziek – en ook de woorden. Ze is als de Bron waaruit zowel woorden als muziek kunnen vloeien. Zonder haar was alles een dwaas geraas en gedaas. Zij is de kruik waaruit de wijn kan worden gedronken, het vat waarin hij rijpt. In de Stilte hoort men de Tijd, vermoedt men de Oorsprong - tussen de regels begrijpt men een gedicht.

Alleen het woordeloos luisteren naar de Stilte kan het schouwen van de Oergrond, waar we de Bron mogen vermoeden, mogelijk maken en aldus het stamelen doen verstommen … Voorbij de woorden ligt het Wezenlijke. Ons ‘naamgeven’ verstopt precies datgene wat het zo graag wil benoemen. Dit woordeloos luisteren is geen onbereikbare verre fantasie: integendeel, het ligt, zo vaak wij het maar echt willen, binnen handbereik. In een ogenblik van absolute stilte kun je toegang vinden tot die laag diep in ons binnenste waar Kunst verbonden is met de Bron – en waar de mens even zijn Oorsprong kan aanraken.”

6 juli 2010

Self

Een van de bekendste leerlingen van Ramana Maharshi is Papa-ji (1910 -1997; zie foto). Net als Ramana Maharshi omschreef Papa-ji 'wie je werkelijk bent' als het Zelf. Daarover schreef hij eens de volgende tekst :

Self

Self is what you are.
You are That Fathomlessness
in which experience and concepts appear.

Self is the Moment that has no coming or going.
It is the Heart, Atman, Emptiness.
It shines to Itself, by Itself, in Itself.

Self is what gives breath to Life.
You need not search for It, It is here.

You are That through which you would search.
You are what you are looking for!
And That is All it is.

Only Self is.

14 juni 2010

Het Ego en de Bron

Laatst ondervond ik aan den lijve dat het niet altijd gemakkelijk is om het Ego en de Bron uit elkaar te houden. Wanneer je denkt dat de Bron aan het woord is, kom je nog al bedrogen uit als het toch het Ego bleek te zijn die het hoogste woord had. Eckhart Tolle (1948 - zie foto) heeft hiervoor een – zoals altijd - praktische tip gegeven. Een van zijn leerlingen stelde hem de vraag: How do you know whether a feeling you have is coming from your Ego, or from a deeper source?

Eckhart Tolle gaf het volgende praktische antwoord. “Sometimes it’s not so easy to tell. One criterion you can use is to know, if there is any negativity involved, anger, resentment, irritation, then Ego is present there. If there is no negativity but there is an underlying field of peace, then it arises from a deeper place that is not the Ego. For example, you may be in a situation, and you may feel that suddenly the right thing to do is to leave the situation – whether it’s a relationship, or a place, or a job, whatever it is – you can direct attention to the feeling to see where it’s coming from. Is there any reactivity, or anger in the essential part of that feeling? Or is there just a deep knowing that this is what you have to do, and you do it? There’s a peace that comes with that.

Peace can certainly mean that you take action. It’s a very different energy field out of which this energy flows than “reactive” action which is always associated with Ego. You need a certain amount of presence to know whether there is negativity inside you at any given time, or whether the feeling that arises comes from a deep knowing that “This is what I have to do”.

Negativity is the key, knowing whether or not that is present in you. You need to be present to know whether it’s there or not. If you are identified with negativity, then you won’t even know that there is negativity. To the Ego, a negative feeling is something good. The Ego loves to be angry. It strengthens itself with that. If there is absolutely no awareness, then you won’t even know that you’re in a negative state. And then there’s nothing you can do, you need to wake up first so that you can see “What state am I in right now?” Then the Ego cannot even recognize itself.

For the Ego to be recognized, the awareness needs to have awakened. Then you can observe yourself. The witness, the observing presence needs to be there. Once that’s there, you can recognize negativity, and then you’ll know that’s the Ego. Then the Ego is no longer totally dominating you, and you don’t necessarily have to act on it. You can then have a feeling of anger without acting on it, and simply allowing that feeling to be there, and observing it, how it arises, and how it passes away.

You don’t have to obey what it tells you to do, you don’t have to follow every thought that arises out of that feeling. Vigilance is required for you to know where a feeling comes from. Is it generated by a thought in your head? Then it’s Ego. That’s a helpful little hint, is it a feeling that is generated by some story I am telling myself about my life, about other people, about a situation? Or is it a deeper realization of what is needed in a situation? Whatever it is, the key factor is the witnessing presence inside you. The witnessing presence is the only thing from which the Ego can be recognized.

13 juni 2010

De Londense garden of silence

Na afloop van de recente reünie van Nijmeegse politicologiestudenten uit het begin van de jaren zeventig, stuurde oud-docent Ben Schennink mij informatie toe over de Londense Peace Garden. Deze garden of silence is in 1999 geopend door de Dalai Lama en ligt op het terrein van het Imperial War Museum. De tuin wil een bijdrage leveren aan de wereldvrede. In de tuin wordt het belang van een meditatieve houding voor deze wereldvrede zichtbaar gemaakt. De tuin wordt ook Samten Kyil, meditatietuin, genoemd.

De tuin wordt door bezoekers van het Imperial War Museum vaak over het hoofd gezien. Maar ze is een bezoek waard, zeker in relatie tot de exposities van conflicten en geweld in het oorlogsmuseum. De tuin is ook een eerbetoon aan de boeddhistische cultuur. Acht stenen meditatie"kussens" omringen het voornaamste monument in de tuin, de Kalachakra Mandala, die van oudsher wordt geassocieerd met wereldvrede. Vier moderne beeldhouwwerken, die respectievelijk Lucht, Vuur, Water en Aarde voorstellen, zijn in de vier windrichtingen geplaatst. Op een grote pilaar is een boodschap van de Dalai Lama gegraveerd in het Tibetaans, Engels, Chinees en Hindi. De boodschap gaat over een betere communicatie en verstandhouding tussen de verschillende culturen en mensen.

In deze meditatietuin kun je niet alleen van boeddhistische woorden en symbolen genieten, maar ook van een stille wandeling langs prachtige bomen, planten en bloemen uit de Himalaya.

6 juni 2010

Laat mij maar eenzaam gaan

Na afloop van een recent verjaardagsfeest van een gezamenlijke vriend, stuurde de Haagse dichter Gerrit Vennema (zie zijn profiel op http://www.dichttalent.nl/) mij een gedicht over de stilte toe. Het gedicht is verschenen in de bundel Als in Arcadië (2009). De bundel is verkrijgbaar in de boekhandel.


Laat mij maar eenzaam gaan

Laat mij maar eenzaam gaan
langs paden, waar nog groeit
wat door het mensdom reeds is afgeschreven.

Weg van elk stads bestaan,
al wat niet werk’lijk boeit,
het lauw lawaai waardoor men zich laat leven.

Zwijgend te zwerven onder weidse luchten,
van binnen zingend met de aarde zuchten -

Laat mij maar eenzaam staan,
hier waar de stilte bloeit
en zuiv’re klanken worden vrijgegeven.

© Gerrit Vennema

30 mei 2010

Papaji

Een van de bekendste leerlingen van Ramana Maharshi was Papaji (1910-1997). Sri H.W.L. Poonja, die door zijn leerlingen liefkozend Papa-ji werd genoemd, ontmoette Ramana Maharshi voor het eerst in 1944. Vanaf dat moment werd de advaita vedanta zijn leven. Nadat hij in 1966 met pensioen was gegaan, ging hij zelf satsangs geven. Vele jongere adviata vedanta leraren (onder andere Isaac Shapiro, Gangaji, Catharine Ingram, Premananda) zijn bij hem in de leer geweest en woonden voor korte of langere tijd in zijn kleine ashram in Lucknow. Hij overleed in 1997. Papaji sprak eens de volgende tekst uit:

You are the unchanging Awareness
in which all activities take place.
To deny this is to suffer, to know this is Freedom.
It is not difficult to realize this because it is your True Nature.
Simply inquire ‘Whom Am I?’ and watch carefully.
Do not make effort and do not stir a thought.
Look within, approach with all-devotion and stay as Heart.
Keep vigilant and you will see that nothing will arise.
You simply have to watch: where does mind arise from?
Where does thought come from?
What is the source of this thought?
Then you will see that you have always been Free
and that everything had been a dream.

26 mei 2010

De stemloze stem


Uit uw stem ontstond de schepping.
U bent het geluid van de bazuin
op de dag van de wederopstanding.

Ik vernam dat velen hun leven lieten
bij het horen van David’s zoete stem.
Mijn Heer, Uw stem is niet als die van David.
Mensen stierven van zijn stem,
maar werden levend van Uw melodie.

Deze onaangeslagen klanken komen niet uit de keel.
Het is een magneet die duizenden minnaars naar binnen trekt.

Mijn hart, wees eens eerlijk.
Waar heb je de afgelopen nacht wijn gedronken,
dat je nu al sinds het ochtendgloren
zo extatisch aan het zingen bent?

Dus wie een goed zaait, zal geen slechte vruchten plukken.
Zijn wezen is niet deze uiterlijke stem.
Wees stil! Zodat Hij zich kan openbaren,
door de stemloze stem.


Rumi - Perzisch dichter (1207 – 1273)

5 mei 2010

De heilige klank OHM

In het Sanskriet is OHM de heilige klank. Een Sanskriet-deskundige vertelde me eens dat het Sanskriet oorspronkelijk een klankentaal was. Wij kunnen ons nu moeilijk voorstellen hoe zo’n taal klonk, maar mensen begrepen aan de klank wat er bedoeld werd. OHM was de moeder van alle klanken. Klank maken is in eerste instantie niet anders dan je mond open doen (O), een klank laten ontstaan (H) en je mond weer dicht doen (M). Pas in een later stadium is deze klankentaal omgezet in een geschreven symbolentaal.

Het symbool voor de klank OHM drukt de diepe, spirituele betekenis van de klank uit. In India maakt men onderscheid tussen vier stadia van bewustzijn. Naast de ons bekende stadia van bewustzijn (waken, slapen en dromen) is er nog een vierde bewustzijnstoestand die turiya wordt genoemd. Turiya wordt wel vertaald als het ‘volmaakt-bewust-zijn’: een bewustzijnstoestand waarin het bewustzijn zich niet vereenzelvigt met wat er in verschijnt. Deze bewustzijnstoestand is bijvoorbeeld aanwezig in de stilte. In de stilte ben je op natuurlijke wijze verbonden met het bestaan. Deze natuurlijke staat van éénzijn wordt bedoeld met turiya.

In het geschreven symbool van de OHM-klank worden de drie bekende bewustzijnstoestanden afgebeeld in de vorm van drie open klankschalen, die met elkaar verbonden zijn. Daarboven staat de klankschaal met de punt in het midden afgebeeld: dat is het symbool van turyia. Door het zingen van OHM komen we in verbinding met wie we werkelijk zijn, met het ‘volmaakt-bewust-zijn’. OHM, shanti, shanti, OHM.

1 mei 2010

De Bron

Op de openingspagina van de website van een van de docenten van de Indiase muziekweek, Marijke Koerselman (http://www.allesismuziek.nl/) staat het volgende vers van de Perzische dichter Rumi (1207 – 1273):

Maak alles in je tot een oor,
elk atoom van je wezen,
en je zult op elk moment horen
wat de Bron je toefluistert…

26 april 2010

Ashoka Dhar

Mijn ontmoeting afgelopen week met de Indiase Dhrupad-zangeres Ashoka Dhar (1946) was heel inspirerend. Zij laat elke klank vanzelf ontstaan. Zij oefent geen enkele druk uit op haar stembanden of op haar ademhaling. Haar stem klinkt heel mooi als een zachte warme bries. Ik heb heel goed geluisterd en gekeken naar hoe zij zingt en probeer haar nu na te zingen.

Dhrupad is de oudste vorm van Noord-Indiase klassieke muziek en ontstaan uit het reciteren van de vedische sutra’s. Dhrupad is door de eeuwen heen zowel vocaal als instrumentaal uitgevoerd door mannelijke tempelzangers en later door musici aan de Noord-Indiase hoven. Na de Indiase onafhankelijkheid in 1947, toen de talrijke koninkrijkjes plaats maakten voor de huidige democratie, is er veel van deze muzikale traditie verloren gegaan. Dhrupad is een ingetogen, meditatieve muziekstijl, die musici en publiek uitnodigt tot verstilling.

De studie van Dhrupad is zeer tijdsintensief en wordt volgens traditie altijd mondeling overgedragen van meester aan leerling. Ashoka Dhar is in de leer geweest bij Aminuddin Dagar (1923 – 2000), die samen met zijn broer Moinuddin Dagar (1919-1966) het beroemde zangduo, de Senior Dagar Brothers, vormden. Samen met haar nichtje Alaka Nandy (1939), die ook in de leer was bij Aminuddin Dagar, vormde Ashoka een vrouwelijk Dhrupad-duo, the Nandy Sisters. Zij begeleidden hun leraar op talloze internationale reizen en gaven ook zelf concerten in India en in het buitenland. Hun laatste gezamenlijke concert vond in 2003 plaats in Kolkata. Zowel Alaka als Ashoka hebben haar eigen Dhrupad Ashram in Kolkata.

25 april 2010

De zanger

Afgelopen week ben ik naar een Indiase zang- en muziekweek geweest in het Alandi Retreat Center (http://www.alandi.nl/) in het Limburgse kloosterdorp Steyl. Er werden dagelijks verschillende workshops gegeven: zingen met de Indiase dhrupad-zangeres Ashoka Dhar, ritme met haar zoon Rishab Dhar, muziekinstrumenten met Marijke Koerselman en tai-chi en beweging met Gijs Vorstermans. Het was een hele inspirerende week in Indiase ashram-stijl. De in Kolkata (Calcutta) woonachtige Ashoka Dhar (1946) zingt recht vanuit haar hart. Zij vertegenwoordigt de spirituele zangtraditie in de Indiase klassieke dhrupad-stijl. Zingen is voor haar "like a prayer". Af en toe viel mijn mond volkomen open van verbazing over de schoonheid van haar stem en haar klanken. Prachtig!

De eveneens in Calcutta geboren Indiase dichter, schrijver en Nobelprijswinnaar Rabrindanath Tagore (1861 – 1941) schreef eens over zingen het volgende gedicht in zijn bundel Gitanjali, die door Frederik van Eeden in 1912 vertaald is onder de titel Wijzangen:

Als Gij mij zegt te zingen is
het of mijn hart zal breken
van trots: ik zie U in het gelaat
en tranen komen in mijn ogen.

Al wat ruw en wanluidend is in mijn
leven versmelt tot één zoete harmonie -
en mijn aanbidding spreidt
vleugelen als een blijde
vogel die vlucht neemt over zee

Ik weet dat mijn zang U behaagt.
Ik weet dat ik alleen als een
zanger tot Uw aanwezen nader.

Met den rand van de wijd spreidende
wiek mijns gezang raak ik
Uwe voeten – tot waar ik mij
nooit te reiken zou vermeten.

Dronken van zanggeluk vergeet ik
mijzelven en noem U vriend, die toch mijn Heer zijt.

7 april 2010

As it is in heaven ....

Liederen kunnen heel anders overkomen als je er naar luistert vanuit de context van de advaita vedanta. Zo kan een lied dat gaat over het verlangen om jezelf te zijn, een heel andere dimensie krijgen als je het hoort als een lied over het verlangen naar het grotere Zelf, naar het contact met de Bron. Onlangs kreeg ik het lied Gabriellas sång toegestuurd. Het is een prachtig lied uit de film As it is in heaven… van de Zweedse regisseur Kay Pollack (1938). Op de Oscaruitreiking van 2005 was de film genomineerd voor de beste buitenlandse film. Het lied van Gabriëlla wordt gezongen door Helen Sjöholm; de muziek werd geschreven door Stefan Nilsson. Het lied wordt nog mooier als je er doorheen het verlangen hoort om het Zelf te ontdekken en om te zijn wie je werkelijk bent. Als je je weer verbonden voelt met wie je werkelijk bent en jezelf kunt zijn, lijkt het alsof je in de hemel bent ....


28 maart 2010

Ode aan de Stilte

Niet alleen de al in 1950 overleden advaita-leraar Ramana Maharshi benadrukte het belang van de stilte bij het overdragen van inzicht, ook jongere advaita leraren zijn gefascineerd door de kracht van de stilte. Zo schreef Adyashanti (1962) in zijn boek Emptiness Dancing de volgende ode aan de Stilte:

The waves of mind
Demand so much of Silence.
But She does not talk back
does not give answers nor arguments.
She is the hidden author of every thought
every feeling
every moment.

Silence.

She speaks only one word.
And that word is this very existence.
No name you give Her
touches Her
captures Her.
No understanding
can embrace Her.

Mind throws itself at Silence
demanding to be let in.
But nu mind can enter into
Her radiant darkness
Her pure and smiling
nothingness.

The mind hurls itself
into sacred questions.
But Silence remains
Unmoved by the tantrums.
She asks only for nothing.

Nothing.

But you won’t give it to Her
because it is the last coin
in your pocket.
And you would rather
give her your demands than
your sacred and empty hands.

26 maart 2010

You lucky people

Wat de Advaita Vedanta is in de hindoeïstische traditie, is Dzogchen in de tibetaans boeddhistische traditie. Dzogchen betekent in het Tibetaans De Grote Perfectie. Het is een eeuwenoud onderricht dat zich ontwikkelde binnen het Tibetaanse boeddhisme. Het wordt beschouwd als het meest directe spirituele boeddhistische pad. Dzogchen is eerder een systeem van innerlijk weten dan een religieuze leer. In het Dzogchen-onderricht wordt een heel concreet begrip gegeven van onze natuurlijke staat van zijn, van wie we werkelijk zijn. Een van de hedendaagse vertegenwoordigers van deze aloude traditie is Chögyal Namkhai Norbu (1938). Ook de Dalai Lama schreef een uitvoerige inleiding in Dzogchen. Een van de belangrijkste vertegenwoordigers uit deze traditie is Longchenpa (1308-1363). In zijn The Precious Treasury of the Natural State schreef hij:

So stay here, you lucky people,
let go and be happy in the natural state.
Let your complicated life and everyday confusion alone
and out of quietude, doing nothing, watch the nature of mind.
This piece of advice is from the bottom of my heart:
fully engage in contemplation and understanding is born;
cherish non-attachment and delusion dissolves;
and forming no agenda at all, reality dawns.
Whatever occurs, whatever it may be, that itself is the key,
and without stopping it or nourishing it, in an even flow,
freely resting, surrendering to ultimate contemplation,
in naked pristine purity, we reach realization.

22 maart 2010

Onderwijzen zonder woorden


Onderwijzen zonder woorden
en nuttig zijn zonder te handelen,
daar zijn maar weinigen van ons toe in staat.


Lao Tse (604 - 531 A.D.) in vers 43 van de Tao Te Ching.

21 maart 2010

Garden of Silence bestaat 1 jaar

Vandaag, 21 maart 2010 en het begin van de lente, bestaat de Garden of Silence 1 jaar. Dat wil ik vieren met een feestelijk lied. Ik heb daarvoor een keltisch liefdesliedje, Hear me, gekozen. Het werd in 1998 door de Ier Shaun Davey gezongen samen met zijn vrouw Rita Conolly op de cd Waking Ned Devine. Eerst zingt Davey de tekst in het Keltisch, waarna Conolly dezelfde tekst in het Engels zingt. Samen zingen zij tenslotte het refrein Hear me.

It is winter on the islands. My heart is cold as stone.
Like a house deserted, I am roofless and alone.

Where is your voice, where is your touch,
your breath, your guiding flame?
Where is the light, I miss so much
in this gently falling rain.

I hear your voice calling through the silence of time.
I hear you through darkness, when stormy seas run high.

Hear me! Hear me! The sun will rise again.
Hear me, I am by your side, our voices speak as one.

Ik luister naar en zing dit liefdesliedje graag als een liedje waarin de geliefde niet een menselijke persoon is, maar the Beloved, de Bron, de Ziel, the Divine, de Stilte…. De tekst krijgt dan een heel andere dimensie: when I am by Your side, our voices speak as One!



20 maart 2010

Satsanga

Om de kracht van de stilte te ervaren, is het volgens David Godman (p. 123 e.v.) niet nodig om direct in de buurt van een leraar te zijn. “De stroom van kracht die uitgaat van de leraar kan door iedereen ontvangen worden die zijn aandacht gericht heeft op het Zelf of op de gestalte van de leraar; afstand vormt geen belemmering. Deze aandacht wordt dikwijls ‘satsanga’ genoemd, hetgeen letterlijk betekent ‘vereniging met het zijn’. Sri Ramana Maharshi moedigde deze praktijk van harte aan en zei regelmatig dat het de meest efficiënte manier was om een rechtstreekse ervaring van het Zelf tot stand te brengen. Volgens de Indiase traditie hield dit in dat je in de fysieke nabijheid verblijft van iemand die het Zelf heeft gerealiseerd. Maar Sri Ramana Maharshi gaf het een veel wijdere betekenis. Hij zei dat het belangrijkste element in satsanga de mentale verbinding met de leraar was; satsanga vindt niet alleen plaats in zijn aanwezigheid, maar wanneer en waar je ook maar aan hem denkt. De leraar is dan altijd in je aanwezig.”

Wanneer ik rechtstreeks in de ogen kijk van de foto van Sri Ramana Maharsi die in mijn kamer staat, voel ik me direct met hem verbonden en ‘weet’ ik weer - zij het voor even - wie ik werkelijk ben.


Foto: Beeld van Dakshinamurti (11-e eeuw)

Een traditie van Stilte

“Hoewel Ramana Maharshi (1879-1950) zijn inzichten graag verwoordde tegenover iedereen die daar om vroeg, wees hij er dikwijls op dat zijn “stille leer” directer en krachtiger was”. Zo typeert een van de belangrijkste biografen van Ramana Maharshi, David Godman (1953), zijn onderricht. Godman bezocht de Ramana-ashram voor het eerst in 1976 en werkte er tot 1985 als archivarus. Na een tijd in Lucknow leerling van Papaji geweest te zijn, keerde Godman na diens overlijden weer terug naar de Ramana-ashram. Daar woont en werkt hij nog steeds. In 1985 publiceerde hij Be as you are, dat in 1990 in Nederland werd uitgegeven onder de titel De leringen van Ramana Maharshi. Het is een van de mooiste boeken over hem.

Volgens Godman bestond de ‘stille leer’ van Sri Ramana “uit een spirituele kracht die uit scheen te gaan van zijn gedaante, een kracht zo sterk dat hij hem beschouwde als het meest directe en belangrijkse aspect van zijn leer. In plaats van het geven van mondelinge instructies over hoe om te gaan met de geest, ging er zonder enige inspanning een stille kracht van hem uit die de geest van iedereen in zijn buurt automatisch tot rust deed komen. De mensen die afgestemd waren op deze kracht, vermeldden dat zij hem ondergingen als een staat van innerlijke vrede en welbehagen; bij sommige gevorderde leerlingen bracht hij zelfs een directe ervaring van het Zelf teweeg.”

Godman geeft aan dat deze methode van onderricht een lange traditie heeft in India. De meest beroemde vertegenwoordiger hiervan is Dakshinamurti. Hij wordt gezien als een manifestatie van Shiva als de guru van de allerhoogste kennis en inzicht. Zijn beeltenis komt in en rond vele hindoeistische tempels voor. Eens waren in zijn bijzijn vier geleerden tot een ervaring van het Zelf gebracht door de kracht van zijn Stilte. Sri Ramana sprak dikwijls met grote waardering over Dakshinamurti en zijn naam valt in veel van de gesprekken met zijn leerlingen. Wanneer mensen naar Dakshinamurti kwamen, hield deze zich aan een volledige stilte. Deze omvatte kijken, aanraken en instrueren. Zo’n stille benadering verandert het hart van de bezoeker. Het zal hem zuiveren en hem bevestigen in wie hij werkelijk is.

28 februari 2010

Zonder woorden

Iemand vroeg eens aan Ramana Maharshi (1879-1950) waarom hij niet wat vaker een lezing gaf over zijn inzichten. Ramana antwoordde: “hoe weet je dat ik dat niet doe? Bestaat een lezing alleen uit het beklimmen van een podium en het houden van een gloedvolle rede tot de aanwezigen? Het gaat in essentie over het overdragen van kennis; dat kan echt alleen gebeuren in stilte. Wat denk je van iemand die luistert naar een lezing van een uur en weggaat zonder zo onder de indruk te zijn dat hij zijn leven verandert? Vergelijk hem eens met een ander die in een heilige tegenwoordigheid verkeert en na enige tijd weggaat met een totaal andere kijk op het leven? Wat is beter: een luide toespraak houden of stil zitten en een innerlijke kracht uitstralen? Nogmaals, waar komt het spreken vandaan? Eerst is er abstracte kennis. Hieruit komt het ego voort, dat op zijn beurt weer aanleiding geeft tot gedachten, en gedachten op hun beurt weer tot het gesproken woord. Dus is het gesproken woord het achter-kleinkind van de originele bron. Als het woord effect heeft, ga dan voor jezelf na hoeveel krachtiger het spreken door middel van stilte zal zijn. Stilte is eeuwig-sprekend”.

22 februari 2010

More than all this, and all that


The silence is worth
more than a thousand lives.
This freedom is worth
more than all the empires on earth.
To glimpse that truth within yourself,
for even just a moment, is worth
more than all heavens, all worlds,
all this, and all that.

Rumi (1207 – 1273) - Perzisch dichter

14 februari 2010

Mauna

Mauna is een woord uit het Sanskriet en betekent stilte. Ramana Maharshi (1879-1950) legde de betekenis ervan een keer zo uit:

“That state which transcends speech and thought is mauna; it is meditation without mental activity. Subjugation of the mind is meditation; deep meditation is eternal speech. Silence is ever speaking; it is the perennial flow of ‘language’. It is interrupted by speaking; for words obstruct this mute ‘language’. Lectures may entertain individuals for hours without improving them. Silence, on the other hand, is permanent and benefits the whole of humanity. By silence, eloquence is meant. Oral lectures are not so eloquent as silence. Silence is unceasing eloquence … It is the best language”.

7 februari 2010

Middelpunt


“Om te kunnen zien, moet je uit het middelpunt van het beeld verdwijnen.”

Sri Aurobindo (1872 – 1950) - Indiase wijsgeer

27 januari 2010

Stilte


“Stilte is de golflengte waarop de ziel tot ons spreekt.”

Sting (1951) – Amerikaans popmusicus

18 januari 2010

Je eigen lied

Op de openingspagina van de website van de Haagse zangcoach Marius Engelbrecht (www.mariusengelbrecht.nl) staat een mooi verhaal over de Mbuti-pygmeeën:

“Bij de Mbuti-pygmeeën bestaat een traditie dat een vrouw, wanneer ze zwanger is, zich terugtrekt met andere vrouwen om samen te bidden, te mediteren en te luisteren, net zolang tot ze het lied van het kind horen. Ze gaan er van uit dat elke ziel zijn eigen unieke kwaliteit heeft en zijn eigen unieke resonantie. Als de vrouwen zich afstemmen op het lied van het kind, zingen ze het hardop. Terug in het dorp leren ze het eerst aan de vader en dan aan de anderen. Als het kind geboren is, komen de dorpelingen bijeen en zingen het voor het kind. Het blijft het lied dat voor hem gezongen wordt om hem te helpen en te steunen, als kind, maar ook verder in zijn leven. Bij ingrijpende gebeurtenissen, bij de puberteitsrite en als hij gaat trouwen, zingen de dorpelingen weer zijn lied. Uiteindelijk, als hij sterft, komen familie en vrienden bijeen en zingen ten afscheid zijn lied.”

10 januari 2010

I am

De Indiase Advaita Vedanta leraar Nisargadatta Maharaj (1897-1981) beschreef een keer zijn pad tot inzicht op de volgende manier:

When I met my Guru, he told me: "You are not what you take yourself to be. Find out who you are. Watch the sense 'I am', find your real Self." My teacher told me to hold on to the sense 'I am' tenaciously and to give attention to nothing else. I just obeyed. I did not follow any particular course of breathing, or meditation, or study of scriptures. Whatever happened, I turned away my attention from it and remained with the sense 'I am'. I did my best to follow his advice and in a comparatively short time I realized within myself the truth of his teaching. In the stillness of the mind I saw myself as I am - unbound.

I simply followed my teacher's instruction which was to focus the mind on pure being 'I am', and stay in it. I used to sit for hours together, with nothing but the 'I am' in my mind and soon peace and joy and a deep all-embracing love became my normal state. In it all disappeared - myself, my Guru, the life I lived, the world around me. Only peace remained and unfathomable silence.

6 januari 2010

So Ham


Één van de bekendste en eenvoudigste Indiase mantra’s is: So Ham. Hij wordt in stilte “gezongen”. De twee klanken worden in stilte herhaald, zonder ze hardop te zingen. Deze mantra wordt ook wel de natuurlijke mantra genoemd omdat hij is gebaseerd op het geluid van onze ademhaling. Sooooo …. is het geluid van onze inademing. Hammmm… is het geluid van onze uitademing. Deze mantra is, ook als we hem niet in stilte zingen, altijd bij ons. Telkens als we ademhalen, klinkt deze mantra al op natuurlijke wijze. De mantra herhaalt zich bij elke ademtocht.

So Ham heeft ook een diepere betekenis. So Ham geeft het universele antwoord op de vraag wie je werkelijk bent. Deze vraag luidt in het Sanskriet: Ko Ham? Het antwoord is: So Ham. De vertaling van So Ham is: I am That. Als je de mantra achter elkaar van binnen zingt, zing je: I am that I am that I am that I am. De I am kwaliteit van het leven. Deze mantra verbindt ons met wie we werkelijk zijn, elke keer opnieuw. Daar hoeven we geen moeite voor te doen. De ademhaling gaat vanzelf…. Het speelt zich af in een vol-ledige stilte. Hoe leger de kwaliteit van deze stilte, hoe voller de activiteiten die vanuit deze stilte ontstaan.


1 januari 2010

Nieuwjaarswens 2010

In de Oosterse wijsheidsliteratuur kom je verschillende antwoorden tegen op de kernvraag wie je werkelijk bent. Het antwoord kan bijvoorbeeld zijn: stilte, energie, ruimte, innerlijke vrede, de bron, bewustzijn, leegte, licht, the Divine, liefde, het Zelf, Tao, I Am, infinity, Stillness. Je kunt het bijvoorbeeld ervaren in (momenten van) samadhi, khenso, satori, nirvana, mystical union, non dual meditation, the silent mind. Geen van de antwoorden is goed of fout. De Indiase advaita vedanta leraar Nisargadatta (1897-1981) gaf het meest omvattende antwoord: I am That. Waarbij That al datgene kan bevatten wat hiervoor is genoemd.

Moge in het nieuwe jaar het besef van wie je werkelijk bent, dieper tot je doordringen!