10 september 2010

De praktijk van zelfonderzoek

In zijn boek De leringen van Sri Ramana Maharshi (1985) geeft David Godman de nu volgende beschrijving van de praktijk van het zelfonderzoek.

“ Sri Ramana ried beginnelingen in zelf-onderzoek aan om hun aandacht te vestigen op het innerlijke gevoel van ‘ik’ en om dat gevoel zo lang mogelijk vast te houden. Hij zei hun dat als hun aandacht afgeleid werd door andere gedachten, zij terug moesten keren naar die bewuste ‘ik’-gedachte telkens wanneer hun aandacht afdwaalde. Hij raadde verscheidene hulpmiddelen aan in dit proces – je kunt jezelf afvragen: ‘Wie ben ik?’ of “Waar komt dat ik vandaan?’ – maar het uiteindelijk doel is om je voortdurend bewust te zijn van dat ‘ik’ dat verondersteld wordt verantwoordelijk te zijn voor alle activiteiten van het lichaam en de geest.

In de eerste stadia van de praktijk is de aandacht op het ‘ik’-gevoel nog een geestelijke activiteit die de vorm van een gedachte of waarneming aanneemt. Naarmate de praktijk van zelf-onderzoek zich ontwikkelt, gaat de gedachte ‘ik’ over naar een subjectief ervaren gevoel van ‘ik’. Als dit gevoel ophoudt zich te verbinden en te identificeren met gedachten en voorwerpen verdwijnt het volkomen. Wat overblijft, is een ervaring van zijn waarbij het gevoel van individualiteit tijdelijk heeft opgehouden te opereren.

De ervaring kan zich aanvankelijk met tussenpozen voordoen maar na herhaalde oefening wordt het alsmaar makkelijker om te bereiken en vast te houden. Als zelf-onderzoek dit niveau bereikt heeft, ontstaat er een moeiteloze gewaarwording van zijn waarbij geen sprake meer is van persoonlijke inspanning aangezien het ‘ik’ dat die inspanning verricht tijdelijk heeft opgehouden te bestaan. Het is geen Zelf-realisatie aangezien de ‘ik’-gedachte met tussenpozen weer de kop opsteekt, maar het is wel de hoogste vorm van praktijk van zelf-onderzoek. Een herhaalde ervaring van deze staat van zijn verzwakt en vernietigt op den duur de vasana’s (geestelijke neigingen) die er de oorzaak van zijn dat de ‘ik’-gedachte naar boven komt. Als de greep van die vasana’s voldoende verzwakt is, vernietigt de kracht van het Zelf de overgebleven neigingen zo volslagen dat de ‘ik’-gedachte nooit meer boven komt. Dit is de uiteindelijke en onomkeerbare staat van Zelf-realisatie”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten