Adyashanti antwoordt: “Alleen dat ik ben; dat is alles. Only that I am. Ik weet dus maar één ding. Daarom ben ik in veel opzichten de domste mens op aarde. Letterlijk. Al het andere is wat mij betreft in een staat van beweging en onzekerheid. Over al het andere dromen we slechts dat we het weten. Ik weet niet wat er zou moeten gebeuren. Ik weet niet of we evolueren of terugvallen; ik weet daar niets van.
Maar de kwestie is, ik weet dat ik het niet weet. En in tegenstelling tot wat je zou denken, heeft die wetenschap me niet krachteloos gemaakt. Ik ben niet in een grot in de Himalaya of alleen maar op de bank gaan zitten en heb gezegd: ‘Afijn, er is voor mij niets te doen, want ik weet niets.’
Integendeel – het leven heeft een rol te spelen via mij, en daarom speel ik die rol. Ik ben één met de rol die het leven via mij speelt. De rol verandert voortdurend, elk moment, maar daar ben ik juist één mee. Ik twist niet langer met het leven – het mag zijn rol spelen via mij, en nu mag het zijn rol spelen met instemming, in plaats van met ruzie. En het lijkt wel alsof de rol die het leven via ons speelt heel bevredigend is wanneer we in de hoogste staat van overeenstemming zijn. Die rol is letterlijk alles wat we ooit wensten, ook al lijkt het op niets wat we ooit wensten.”
Integendeel – het leven heeft een rol te spelen via mij, en daarom speel ik die rol. Ik ben één met de rol die het leven via mij speelt. De rol verandert voortdurend, elk moment, maar daar ben ik juist één mee. Ik twist niet langer met het leven – het mag zijn rol spelen via mij, en nu mag het zijn rol spelen met instemming, in plaats van met ruzie. En het lijkt wel alsof de rol die het leven via ons speelt heel bevredigend is wanneer we in de hoogste staat van overeenstemming zijn. Die rol is letterlijk alles wat we ooit wensten, ook al lijkt het op niets wat we ooit wensten.”